als je de huizen wegdenkt
woon ik in een bos
vóór mij een
scherm ik word
bijna toegelaten
de wereld
daarbinnen
daarbuiten
een zwarte vlieg
zoekt
een uitweg het
raam staat open
de wekker is een
foto geworden van
ooit een moment
dat het 11 uur werd
ik weet niet of
het in de ochtend
of avond was en
of ik mij ergens
in de kamer bevond
het slecht opgemaakte
bed een glooiend land-
schap met achter iedere
heuvel een restje droom
buiten tikt tegen de
muur de bal van mijn
kind de seconden
weg die wij bestaan
‘de host heeft u toegelaten’
ik ben binnen